Dertig gedichten in Wijnandsrade
Feestelijke ingebruikname op 14 oktober 2017:
Opgedragen aan Elly en Wiel Oehlen
Ingebruikname van de poëzieroute Wijnandsrade, op een afgelegen, zeer romantische plek, aan de rand van het bos, temidden van pas gerooide bieten- en aardappelvelden, bij de ruïneuze schuur van de Oude Velde, op de zonnigste nazomerdag van 2017, bij de Bissebeek!
Met dank aan alle dichters en aan Harry Steins en de fanfare en aan allen die deze middag hielpen: Jo met de stoelen, Elly en Mieke en Lilian en Hossein, aan de jury Elly van Malkenhorst, Rianne van der Meijden en Riek Meijers en aan de ontwerper Jan Keulers en aan Theo van Oppen voor de uitvoering aan de technische staf Henk van Malkenhorst, Hubert Gerards, Reinhart Mirandolle, Jo Luijten en Hein Meijers!
1 DE BISSEBEEK
De Bissebeek zoekt zich beneden het dieptepunt van haar dal een kronkelend pad nog dieper het dal in.
Het beekje meandert door verlaten land.
Zelf weet zij het nog niet, maar zij is op zoek naar een rivier die haar gekanaliseerd nooit meer de ruimte zal bieden tot rust.
Wiel Oehlen
2 [zonder titel]
In bewogen stilte mag je hier rusten op je lauweren als drie Titaantjes en de dingen voorbij laten gaan die nooit voorbij gaan.
Niet meer hoeven zaaien, maar bedachtzaam oogsten wat besloten ligt in de momenten van iedere nieuwe dag.
Rudolf Sleybusch
3 ZITTEN
Terwijl ik buiten mediteer bereidt een groep spreeuwen zich voor op de dag in de grote conifeer.
En net als mijn gedachten nemen ze soms een vlucht, vliegen cirkels en achten en strijken dan weer neer.
Kirsti Heijnen
4 HERINNERING
Voorzichtig raken mijn blote voeten het natte gras Een herinnering komt boven van toen ik jonger was Een meisje toen een vrouw nu maar met dezelfde droom Om blootvoets door het gras te lopen, te rennen, te rollen vol vreugde en zonder schroom
Iris Donkers-van Espen
5 HERINNERING
Soms drijf je als de schaduw van een wolk over mijn landschap voorbij.
Iris le Rütte
6 KOEKOEK
Te vondeling in het vreemde nest probeert hij er het beste van te maken zo laat hij zich de rupsen smaken en groeit hij sneller dan de rest.
Het is toch een wonderlijk verhaal want mussenkind is hij maar even de trektocht maakt hij met zijn neven en roepen doet hij in zijn moeders taal.
Charlotte Ligtenberg
7 DRESSCODE: BLACK TIE
De koolmees droeg zijn stropdas de kraai het rokkostuum de vos had zwarte sokken aan met veren tooide zich de zwaan. Toch zei men bij de ingang naakt is niet toegestaan.
Charlotte Ligtenberg
8 LANDSCHAP
Kijken hoe het licht wandelt over het land met de schaduw aan de hand hoe de ruimte vorm krijgt van zien.
Josef Deleu
9 MELKKNECHT
Hij legt het spantouw om de poten van het beest, zet zich neer op het melkblok, plaatst de emmer onder de uier en omvat de memmen, waarna de eerste melkstraal op de bodem sjeest.
Toegevend herkauwt ogendicht het beest. Vliegen verslinden onderwijl zijn huid. Met 'n luie staartzwaai is het al weer uit. Naast melk en huid heeft hij geduld het meest.
En in de emmer rijst het zachte feest van zingend schuim op witte overvloed. Het is vandaag weer goed en veel geweest. Hij geeft zich prijs zoals een dichter doet.
Gerrit Achterberg
10 FANFARE
Ik sta al lang niet meer vooraan, als er stoeten door de straten gaan. Ik moet luisteren naar bomen en niet naar mensen, die komen. Ze komen, de mensen, en gaan voorbij in gelederen van dwazen, maar de élite onder hen, voor mij, zijn zij, die in koperen buizen blazen.
Pierre Kemp
Voordrachten Fatima Gharib (Syrië)
سيّدتي ! عندي في الدفترْ ترقصُ آلافُ الكلمات واحدةٌ في ثوبٍ أصفَرْ واحدةٌ في ثوبٍ أحمَرْ يحرقُ أطرافَ الصفحاتِ أنا لستُ وحيداً في الدنيا عائلتي .. حُزْمةُ أبيات أنا شاعرُ حُبٍّ جَوَّالٌ تعرفُهُ كلُّ الشُرُفاتِ تعرفهُ كلُّ الحُلْوَاتِ عندي للحبِّ تعابيرٌ ما مرَّتْ في بال دواة الشمسُ فتحتُ نوافذَها و تركتُ هنالكَ مرساتي و قطعتُ بحاراً .. و بحاراً أنبشُ أعماقَ الموجاتِ أبحثُ في جوف الصَدَفاتِ عن حرفٍ كالقمر الأخضرْ أهديهِ لعينيْ مولاتي * سيِّدتي ! في هذا الدفترْ تجدينَ ألوفَ الكلمات الأبيضَ منها و .. و الأحمَرْ الأزرقَ منها و .. و الأصفَرْ لكنَّكِ .. يا قمري الأخضَرْ أحلى من كلِّ الكلماتِ أكبرُ من كُلِّ الكلماتِ
Vertaling, voorgedragen door Hubert Gerards
HET HOOGSTE WOORD
Mevrouw, in mijn schrift dansen duizend woorden. Woorden in een gele jurk en woorden in een rode jurk, ze branden van de rand van de pagina’s.
Ik ben niet alleen in deze wereld, gedichten zijn mijn familie. Ik ben een liefdesdichter, ik ken alle geheime balkons en alle schoonheden kennen mij.
Ik heb veel uitdrukkingen voor de liefde die dichters niet eens kunnen bedenken. Ik heb de ramen van de zon geopend en daar gooi ik mijn anker uit.
Ik doorkruis zeeën en zeeën zoek in diepe golven, in zeeschelpen naar die ene letter, die is als de groene maan, en die geef ik aan de ogen van mijn geliefde.
Mevrouw, in dit schrift vindt u duizenden woorden, in alle kleuren, u bént mijn groene maan. U bent mooier dan alle woorden, u bent het hoogste woord.
Nizar Qabbani
Voorgedragen door Riek Meijers
THUIS
Het hoeft geen muur te zijn met ruit en dak. Het mag van hout of rots of klei of blad of ijs.
Een boot op het water ja, een wagen op reis. Een hutje mag, een hol of een paleis. Een schelp van slak, een nest op tak. In Paramaribo of Praag of in Parijs.
Als er maar iemand is die roept: Kom thuis!
Ik zal het wel verstaan. Elke taal bedoelt hetzelfde huis.
Ted van Lieshout (Uit: Jij bent mijn mooiste landschap)
(poëzieproject op de basisschool)
het gras is groen de lucht is blauw ik zoek het goede pad naar jou
Daphne Habets
Van onze Afghaanse dichteres
Ik kijk naar roodverbrande bladeren Naar de herfst En hij kijkt naar mij Tussentijds waait een zachte koude wind Soms begrijpen wij elkaar niet Maar diep in ons hart beweegt vertrouwen
نگاه مي كنم به برگهاي قرمز رنگ سوخته به پاييز و او به من نگاه مي كند نسيم سرد ملايمي مي وزد بعضي وقتها يكديگر را درك نمي كنيم ولي هميشه در قلبهايمان اعتماد جريان دارد
Lina Nabizade (Afghanistan)
11 [wisselgedicht bij de school] [zonder titel]
het gras is groen de lucht is blauw ik zoek het goede pad naar jou
Daphne Habets
12 GEDROOMD LEVEN
vergeef me als ik droom vergeef me als ik zweef als ik wat her en der gebeurt maar vagelijk beleef vergeef me als ik vlucht van oorlog en geweld en blij ben met de lucht in het open vrije veld
Toon Hermans
13 LAND VAN MIJN OORSPRONG
achterwaarts lopend zal ik vallen achterwaarts denkend zal ik verdorren achterwaarts levend word ik jong zonder mij aan mijn verleden te binden wil ik mij in mijn wortels hervinden in ’t land van mijn oorsprong vind ik het licht van een onvergankelijk gedicht
Paul Haimon
14 KOM TERUG
'Kom terug.' Als ik die woorden eens zó zacht kon zeggen dat niemand ze kon horen, dat niemand zelfs kon denken dat ik ze dacht....
en als iemand dan terug zou zeggen of desnoods alleen maar terug zou denken op een ochtend: 'Ja.'
Toon Tellegen
15 EEN LEGE PLEK OM TE BLIJVEN
Ga nu maar liggen liefste in de tuin, de lege plekken in het hoge gras, ik heb altijd gewild dat ik dat was, een lege plek voor iemand, om te blijven.
Rutger Kopland
16 DE STEEN
Ik heb een steen verlegd, in een rivier op aarde. Het water gaat er anders dan voorheen. De stroom van een rivier hou je niet tegen het water vindt er altijd een weg omheen. Misschien eens gevuld, door sneeuw en regen, neemt de rivier m'n kiezel met zich mee. Om hem dan, glad en rond gesleten, te laten rusten in de luwte van de zee.
Ik heb een steen verlegd, in een rivier op aarde. Nu weet ik dat ik nooit zal zijn vergeten. Ik leverde bewijs van mijn bestaan. Omdat, door het verleggen van die ene steen, de stroom nooit meer dezelfde weg zal gaan.
Bram Vermeulen
17 SLIERT DE REGEN
Ik ben Sliert de regen van huis uit erg verlegen dat je dat niet aan me ziet dat snap ik niet ik spoel de hele wereld schoon en was een plas op de ruiten van de klas en in het gras maar ben ik in een slechte bui dan storm ik alles kort en klein wees maar niet bang vandaag ben ik een beetje mot en af en toe wat regen
Herman van Veen
18 LANDSCHAP
landschap is wat daar schuift tussen twee grashalmen in tussen koe en pad
landschap is dat wat blijft als de eenzame wandelaar voorbij is gegaan
Leo Herberghs
19 DAN PAS
Zoals de nacht de sterren drinkt in een kristallen maanbokaal zoals de gouden korenvelden zingen door Van Gogh zo wil ik jouw liefde drinken zo wil ik jouw liefde zingen en als de nacht de morgen kust de wind de velden wiegen laat en als de eerste uren mensen naar hun werk toe gaan dan wil ik jouw lippen kussen en m'n armen om je heen slaan en als de vogels' eerste tonen klinken door ons morgenraam wat verlegen zonnestralen dan pas wil ik slapen gaan
Herman van Veen
20 GELIJK HET GRAS
Gelijk het gras is ons kortstondig leven, Gelijk een bloem, die op het veld verheven, Wel sierlijk pronkt, maar kracht'loos is en teêr; Wanneer de wind zich over 't land laat horen, Dan knakt haar steel, haar schoonheid gaat verloren; Men kent en vindt haar standplaats zelfs niet meer.
PSALM 103:8
21 IK NOEM JE BLOEMEN ETC.
Ik noem je: bloemen ik noem je: merel in de vroegte ik noem je: mooi ik noem je: narcissen in de nacht waaroverheen de wind strijkt naar mij toe ik noem je: bloemen in de nacht
Jan Hanlo
22 APPELGROEN
Hoor! Van de grond roept een appel. Wil zij geraapt? En of – in taart te eindigen is mooi voor fruit. Mij zelf maakt het niet uit of ik als taart dan wel verrot in ’t natte gras. Alleen dat ik dat was, die gave jonge blos zo kogelrond, vol sap – en dan het steeltje los.
Marjoleine de Vos
23 KOPPIG
- En, wat zien we? - Een konijn natuurlijk! - Een konijn, En? - En? Ik zie een konijn. - En tegelijkertijd een….? - Konijn zeg ik toch! - Eend. - Eend? - Oren snavel zie je wel? - Ik zie alleen een konijn. - En een eend. - Een konijn! - Eend! - Konijn! Konijn konijn konijn!
Mustafa Stitou
24 LAAT
Vertraag. Vertraag. Vertraag je stap.
Stap trager dan je hartslag vraagt.
Verlangzaam. Verlangzaam. Verlangzaam je verlangen.
En verdwijn met mate.
Neem niet je tijd en laat de tijd je nemen.
Laat.
Leonard Nolens
25 LAND GAAT HIER OP IN LUCHT
De zon heeft wolken in brand gestoken en velden in vlam gezet. Achter de wolken bidden vogels, achter koren wonen paarden. Mensen hebben bomen om hun huizen gebouwd. Zij wonen in de luwte van hun vee. Mensen hier zijn stil, omdat wolken nog zoveel te vertellen hebben. Aan de horizon gaat een rood dak op in de zon. Nieuwe wolken drijven aan. Zij zullen velden groen verven.
Gaat land hier op in lucht of lucht in land?
Wiel Oehlen Wiel Oehlen
26 WEER
Als de zon staalt straal ik ook. Als het regent regen ik ook. Als het mistig is dan zie je niks.
Joyce Maar
27 ACHTEROM
Achterom ligt een groene deken van bieten, wachtend op de reuzenmaaier.
Een regenwolk jaagt haar schaduw op Een haas vlucht naar het nabije bos.
Door het onthoofde bietenveld trekt de boer diepe kloven en ploegt kraaien omhoog.
Hans Toonen
28 WANDRERS NACHTLIED
Über allen Gipfeln Ist Ruh, In allen Wipfeln Spürest du Kaum einen Hauch; Die Vögelein schweigen im Walde. Warte nur, balde Ruhest du auch.
Goethe
29 MEISJE ALS KLAPROOS
Een meisje als een klaproos luistert naar de wind. Zij heeft zomersproeten, want zij is familie van de zon.
Zij speelt vlieger met haar jas. In haar gedachten vliegt zij over de velden en de huizen van haar dorp.
Als zij moe is, legt zij de wind stil, doet zij haar jas dicht en gaat zij naar school.
Wiel Oehlen
30 VISVIJVER
't spartelt 't dartelt 't dwarrelt 't dwaalt langs de beek en in de vijver alles wat verbeelding heeft leeft
Charlotte Ligtenberg
31 [2e wisselgedicht bij de vijver, zonder titel]
|