StartpaginaOver WijnandsradeKerk

Parochiekerk H. Stephanus te Wijnandsrade

fier aan de vijvers van wijnandsrade
staat sint stefanus' kerk tijdloos dromend
als bedehuis voor de gelovigen
en als herkenbaar baken voor zwervers
die toevallig tussen nuth en hulsberg
het rustiek verstilde dorpje treffen
stilstaan rondom kerk en vrijheerlijk slot
om daar zwijgzaam schoonheid op te snuiven
van wat eeuwenlang in rotsvast geloof
gebouwd gekoesterd en gelouterd is
tweemaal herbouwd vergroot en nooit te groot
onmiskenbaar verwijzend naar de hemel
waar het kruis de klok intiem overstijgt

Het vroegste begin

Wanneer de parochie en het oudste kerkgebouw van Wijnandsrade zijn gesticht, kan niet meer met zekerheid worden bepaald. De vraag hangt samen met die omtrent de ouderdom van de Heerlijkheid Wijnandsrade, waarvan pastoor P.G. Peeters in 1886 opmerkte, dat het tijdstip harer oprichting zich verliest in de nacht der tijden.

Aangenomen wordt dat het eerste kerkgebouw stond aan de voet van de motte, waarop de vroegste heren van Wijnandsrade een versterkte woonstede hadden. Het was een z.g. eigenkerk, dat wil onder andere zeggen dat de heer bezitter was van de tienden en het collatierecht had, dus de pastoor mocht benoemen.

Twaalfde eeuw: eerste vermelding
Voor het eerst wordt de parochie genoemd onder de statuten van het Concilie van Susteren op 5 september 1307. Daar behoorde zij tot de z.g. ecclesiae mediae op grond de schatting die moest worden afgedragen aan het Bisdom Luik. Ook uit het feit dat de H. Stephanus, die tot de oudste heiligen behoort, patroon was, mag een aanzienlijke ouderdom worden afgeleid.

De vroegste kerk had een mergelstenen onderbouw. Het bewaarde koor uit 1628 laat zien dat de vrfoegste kerk waarschijnlijk een sierlijke, gotische stijl, had. De absis is smaller en lager dan het schip van de kerk en beslaat één travee. Dit koor heeft de vorm van een 5/8 gesloten polygoon met ribgewelven en is eenbeukig.

Zestiende eeuw: adellijke grafkelder
De 16e eeuwse grafkelder van de heren van Wijnandsrade, afgedekt met een marmeren plaat, is niet meer toegankelijk.


De kerk van de Heilige Stephanus bij het Kasteel Wijnandsrade

Verstopt achter de sactistie ligt het laat-gotische koor van de kerk

Zeventiende eeuw: de Zwarte Ridder en de Herenloge

Onder deze tribune pronkt in de muur het zwarte hardstenen grafmonument van Willem von dem Bongart, die in 1631 bij de slag van Leipzig tijdens de 30-Jarige Oorlog is gesneuveld. De zwarte ridder, zoals het fraaie monument in de volksmond heet, is afgebeeld in zijn wapenrusting, omgeven door 16 adellijke kwartierwapens.

In 1668 werd boven de sacristie een tribune gebouwd, een Herenloge met schuifraam, waarvandaan de adellijke familie Von Bongart uitzicht had op het altaar en zo, verheven boven priester en volk, de mis kon volgen.


De Zwarte Ridder van Wijnandsrade

Achttiende eeuw: bokkerijders en restauratie

In de nacht van 6 op 7 april 1732 werd de kerk geplunderd door de eerste bende van de Bokkenrijders. Door goede gaven konden nieuwe paramenten en kerkelijk smeedwerk worden aangeschaft en deze zijn grotendeels nog aanwezig.

Toen het kerkgebouw in 1750 bouwvallig was geworden, riep de toenmalige Heer van Wijnandsrade de gemeentenaren op voor een vergadering in het panhuys. Omdat hij het onderhoud van de kerk in last had, besloot hij tot het bouwen van een nieuwe kerk op de mergelstenen ondergrond opgetrokken van bakstenen, die ter plaatse werden vervaardigd, tegen het bestaande koor. De toren die ook bouwvallig was, kwam ten laste van de dorpsgemeenschap, maar omdat die te arm was, betaalde de heer ook de bouw van een nieuwe toren op voorwaarde dat de dorpelingen hand-en-spandiensten zouden verrichten. Drie jaar later was het bouwwerk klaar, drie traveeën lang met steunberen en segmentboogvensters. Negen jaar later werd het gebouw verrijkt met plavuizen van Naamse steen.


Negentiende-eeuwse ornamentiek in het achttiende-eeuwse gebouw

Huidig interieur

Negentiende eeuw: Franse soldaten en Duitse paters

De Franse Revolutie gaf veel kloosters en kerkgebouwen een andere bestemming. Daardoor kon Baron van Bongart in 1806 nieuwe meubels aan de kerk schenken. De prachtige preekstoel met evangelisten in ovale medaillons en in het dorsaal de goede herder stamt uit die tijd. Het fraaie houtbesneden altaar-retabel, de communiebank en twee verdwenen zijaltaren zijn aan het eind van de 19e eeuw geschonken. Toen werd de kerk vaak bezocht door de paters en studenten van de uitgeweken Duitse orde der Jezuïeten, die een seminarie in het kasteel hadden gevestigd. Midden in de kerk hangt een imposante kroonluchter voor kaarsen uit het midden van de 19e eeuw. Pasttoor Peeters publiceerde in 1886 de eerste geschiedschrijving over Wijnandsrade.


Preekstoel, begin negentiende eeuw geschonken door Baron Von Bongard

Pastoor Peeters, eerste geschiedschrijver van Wijnandsrade

Kerk vóór 1928, foto genomen vanaf de Kauverwei, waar nu de school ligt, de kerk heeft maar drie ramen

De Christus van Wijnandsrade

Aan de buitenmuur van de absis hangt een houten missiekruis uit de 16e eeuw van een onbekende Maaslandse beeldhouwer. Medio 19de eeuw is het kruis door missiepaters vanuit Venlo naar Wijnandsrade gebracht ter herinnering aan hun missioneringsactiviteiten.


De Christus van Wijnandsrade

Het Missiekruis aan het koor van de kerk

Twintigste eeuw: oorlogsschade en herstel

Op vrijdag 26 februari 1943 is de kerk getroffen door een tijdbom van een geallieerd vliegtuig. De bom kwam terecht in de toren, waar hij bleef liggen. Met heldenmoed wisten enkele dorpelingen de belangrijkste interieurstukken uit de kerk te halen, voordat de bom op zondagmorgen om 6.10 uur ontplofte en een enorme ravage veroorzaakte. De toren en een groot deel van het schip stortten in. Het orgel op het oksaal werd geheel vernietigd. De twee oudste kerkklokken uit 1519 en 1847 overleefden de val en werden, voordat de Duitse bezetter er beslag op kon leggen, in de kasteelvijver ondergedompeld. Na de oorlog zijn ze er door Amerikaanse soldaten uitgetakeld en nu hangen ze weer fier boven in de herbouwde toren.
Aan het eind van 1943 werd de kerk provisorisch hersteld en konden er weer kerkdiensten plaatsvinden. Na de oorlog kon door herstelbetalingen en door offers vanuit de gemeenschap de parochiekerk geheel in de oorspronkelijke stijl worden herbouwd, zij het dat een gedeelte van de vijver werd gedempt, waardoor het schip met twee traveeën kon worden uitgebreid. Onder de nieuwe toren werd de doopvont, met een voet uit de 12e eeuw, herplaatst.


De kerk vóór de oorlog

Spannend oorlogsmoment, bij het pijltje in de toren is een tijdbom ingeslagen, enkele uren later lagen toren en westkant in puin

Na de Tweede Wereldoorlog

De kerk werd op 26 december 1947, op het feest van de H. Stephanus, opnieuw ingezegend door de deken van Schinnen. In die periode was er weer een kloosterorde nauw betrokken bij de kerk, de paters Minderbroeders-Conventuelen die vanaf 1928 in het kasteel een seminarie hadden.
In 1986 zijn er weer leien op het dak van de kerk gelegd en successievelijk zijn er, mede door geslaagde geldinzamelingen vernieuwingen aangebracht die van het kerkje met zijn intieme en harmonieuze uitstraling, waar alle inwoners van Wijnandsrade met recht trots op zijn, een stemmig gebedshuis hebben gemaakt, dat met het kasteel een monumentaal karakter heeft behouden.

^